-
1 ware
n. waar, plateelwerk, aardewerk; waren--------v. aardewerk; koopwaren--------v. voorzichtig![ weə]I 〈telbaar zelfstandig naamwoord; voornamelijk meervoud〉♦voorbeelden: -
2 Wedgwood ware
-
3 pewter ware
pewter ware -
4 plated ware
-
5 copper ware
koperwaar -
6 sanitary ware
vernis van keramiek (zoals toiletten, gootstenen, enz.) -
7 wooden ware
houtwaren of houten keukengerei -
8 actual size
-
9 true love
-
10 if only
-
11 real things
ware dingen, echte dingen -
12 actual size
ware groottewerkelijke maat -
13 physical system time
ware tijd -
14 problem time
ware tijd -
15 true ground
ware aarde -
16 true size
ware groottewerkelijke maat -
17 right
n. rechts, de conservatieven (politiek); rechterhand, -kant; recht; recht op voorrangright1[ rajt]1 recht ⇒ voorrecht, (gerechtvaardigde) eis♦voorbeelden:rights and duties • rechten en plichtenright of entry • recht van toegangright of primogeniture • eerstgeboorterechtthe right of free speech • het recht op vrije meningsuitingstand on one's rights • op zijn recht(en) staanall rights reserved • alle rechten voorbehoudenby rights • eigenlijkby right of • krachtens, uit rechte van, op grond van(as) of right • rechtmatig, op grond van een gerechtigde eishe has a right to the money • hij heeft recht op het geldwithin one's rights • in zijn recht→ own own/♦voorbeelden:he is in the right • hij heeft gelijk/heeft het recht aan zijn kantput someone in the right • iemand in het gelijk stellenon/to the/your right • aan de/je rechterkantIV 〈 meervoud〉♦voorbeelden:1 the rights (and wrongs) of the case • de rechte/ware toedracht van de zaak¶ put/set to rights • in orde brengen, rechtzetten————————right2〈 rightness〉1 juist ⇒ correct, rechtmatig♦voorbeelden:1 what's the right time? • hoe laat is het precies?he got the answers right • hij heeft de vragen juist (beantwoord)you were right to tell her • je deed er goed aan het haar te vertellenput/set the clock right • de klok juist/gelijk zettenstrike the right note, touch the right chord • de juiste toon aanslaan/vindenon the right side of fifty • nog geen vijftig (jaar oud)keep on the right side of the law • zich (keurig) aan de wet houdenlet's get this right • laten we de dingen even op een rijtje zettenput/set something right • iets in orde brengenput/set someone right again • iemand genezen/op de been helpennot in one's right mind • niet wel/helemaal bij (zijn) zinnenMister Right • de ware Jakob〈 informeel〉 (as) right as rain • perfect/helemaal in orde, kerngezondput/set someone right • iemand terechtwijzensee someone right • zorgen dat iemand aan zijn trekken komt/recht wordt gedaanall right • (erg) goed, primathat's right • dat klopt, ja zekerright (you are)!, 〈 Brits-Engels〉right oh! • komt in orde, doen weII 〈 bijvoeglijk naamwoord, attributief〉♦voorbeelden:it's a right mess • het is een puinzooi¶ right arm/hand • rechterhand, assistentkeep on the right side • rechts houden1 gelijk♦voorbeelden:how right you are! • gelijk hebt u!————————right3〈 werkwoord〉♦voorbeelden:————————right4〈 bijwoord〉2 juist ⇒ vlak, regelrecht♦voorbeelden:1 right and left • aan alle kanten, overal, s en rechtsright, left and centre, left, right, and centre • aan alle kanten2 right ahead • recht/pal vooruitright behind you • vlak achter jeright, let's go • okay, laten we gaan -
18 Moravian
adj. behorende bij de provincie Moravië (in de Tjechische republiek); behorende bij de Moravische secte van het Christendom (ziet de Bijbel als de enige ware bron van religieuze wetgeving)--------n. inwoner of resident van de provincie Moravië (in de Tsjechische republiek)--------n. secte in het Christendom die de Bijbel als de enige ware bron van religieuze wetgeving ziet; Tjecho-Slowaaks dialect gesproken in Moravië[ məreeviən] -
19 actual
adj. eigenlijk, werkelijk; actueel[ æktsjoeəl]1 werkelijk ⇒ feitelijk, eigenlijk♦voorbeelden:actual figures • reële cijfers〈 techniek, technologie〉 actual horsepower • effectief vermogen, effectieve paardenkrachtactual size • ware groottewhat were his actual words? • wat zei hij nou precies?〈Brits-Engels; vaak schertsend〉 your actual … • de echte/ware … -
20 as it were
См. также в других словарях:
Ware (disambiguation) — Ware can refer to:People* Andre Ware, American football quarterback * Charles Pickard Ware (1849–1921), American educator and folk music transcriber * Charles R. Ware, American naval officer * Caroline F. Ware, American historian and social… … Wikipedia
Ware (Begriffsklärung) — Ware ist der Familienname folgender Personen: Chris Ware (* 1967), US amerikanischer Comic Zeichner Clyde Ware (1930–2010), US amerikanischer Drehbuchautor und Regisseur Darrell Ware (1906–1944), US amerikanischer Drehbuchautor Fabian Ware… … Deutsch Wikipedia
Ware (Massachusetts) — Ware Pueblo de los Estados Unidos Vista de Ware … Wikipedia Español
Ware Ware Surf Bungalows — (Лембонган,Индонезия) Категория отеля: 2 звездочный отель Адрес: Jungut Batu, 87500 Л … Каталог отелей
Ware (condado de Hampshire, Massachusetts) — Ware Lugar designado por el censo de los Estados Unidos … Wikipedia Español
Ware Shoals — Pueblo de los Estados Unidos … Wikipedia Español
Ware Place (Carolina del Sur) — Ware Place Lugar designado por el censo de los Estados Unidos … Wikipedia Español
Ware — Ware, a. [OE. war, AS. w[ae]r. [root]142. See {Wary}.] A ware; taking notice; hence, wary; cautious; on one s guard. See {Beware}. [Obs.] [1913 Webster] She was ware and knew it bet [better] than he. Chaucer. [1913 Webster] Of whom be thou ware… … The Collaborative International Dictionary of English
Ware — Ware, v. t. [As. warian.] To make ware; to warn; to take heed of; to beware of; to guard against. Ware that I say. Chaucer. [1913 Webster] God . . . ware you for the sin of avarice. Chaucer. [1913 Webster] Then ware a rising tempest on the main.… … The Collaborative International Dictionary of English
Ware — Sf std. (13. Jh.), mndd. ware, mndl. ware Stammwort. Afr. ware, were, ae. waru, spanord. vara. Trotz der späten Bezeugung liegt offenbar ein Erbwort g. * wazō f. Ware voraus; zu ig. * wes (ver)kaufen in heth. waši kauft , akslav. věniti verkaufen … Etymologisches Wörterbuch der deutschen sprache
Ware — Ware, n. [OE. ware, AS. waru; akin to D. waar, G. waare, Icel. & Sw. vara, Dan. vare; and probably to E. worth, a. See {Worth}, a.] Articles of merchandise; the sum of articles of a particular kind or class; style or class of manufactures;… … The Collaborative International Dictionary of English